Wilde kattenspecial van het Natuurhistorisch Maandblad

In 2023-2024 voerde Bionet Natuuronderzoek samen met Jasja Dekker Dierecologie een onderzoek uit naar de Wilde kat in Limburg. De resultaten werden gepubliceerd in een themanummer over de Wilde kat in het Natuurhistorisch Maandblad van het Natuurhistorisch Genootschap met vier artikelen over de Europese Wilde kat in Limburg. Tot het laatste bleef het spannend of we juli zouden halen. En ja hoor, het is gelukt! Met de prachtige coverfoto van Karl Van Ginderdeuren & Pieter-Jan D’Hondt is het wat mij betreft een zeer fraai nummer geworden

Dit themanummer heeft vier artikelen en een kadertekst:

– Over de opkomst van de soort de afgelopen 20 jaar (samen met Hettie Meertens, Imke Nabben en Jasja Dekker) https://www.researchgate.net/publication/393027750_Terugkeer_van_de_Wilde_kat_Felis_silvestris_in_Limburg_Waarnemingen_en_verspreiding_in_de_periode_2002-2024

– Over het habitatgebruik van wilde kat en haar hybrides (samen met Jasja Dekker)

https://www.researchgate.net/publication/393027072_Wilde_katten_Felis_silvestris_in_de_Zuid-Limburgse_bossen_en_erbuiten_Telemetrieonderzoek_naar_het_ruimtegebruik_met_GPS_loggers

– Over de hoge hybridisatiegraad (samen met Pim Lemmers, Joris Verhees en Jasja Dekker) die we vonden, de implicaties voor de soort en handelperspectieven. (link volgt)

– Over de habitatgeschikheid van Limburg door Bram Schoufour en Julia van Knippenberg.

– Verschil wilde kat en huiskat (samen met Jasja Dekker).

Dank aan alle (mede-) auteurs, fotografen, hulp in het veld en de redactie dat dit idee uit november, ook echt verwezenlijkt is mogen worden. En een speciale dank aan Olaf Op Den Kamp.

Voor dit themanummer is ook deze kadertekst achterin geschreven door René Janssen en Jasja Dekker in dit themanummer te vinden over de verschillen tussen de Wilde kat en de Huiskat.


Wilde kat (Felis silvestris) en Huiskat (Felis catus)

Er is wel eens verwarring over de termen Wilde kat, verwilderde kat en Huiskat. En of de Huiskat een gedomesticeerde Wilde kat is. Het is belangrijk te beseffen dat de Wilde kat een andere soort is dan de (verwilderde) huiskat.

De Afrikaanse wilde kat (Felis lybica) is een andere wilde kattensoort in het geslacht Felis. Vanuit de Afrikaanse wilde kat is door domesticatie de Huiskat ontstaan. Inmiddels wordt de Huiskat (Felis catus) als aparte soort gezien.

De Europese wilde kat of Europese boskat (Felis silvestris) lijkt weliswaar op een Huiskat, maar genetisch zijn ze sterk verschillend en het zijn dan ook twee aparte soorten. Er zijn enkele fenotypische kenmerken die de Wilde kat onderscheiden van wildkleurige Huiskatten (zie afbeelding 1). Een Europese wilde kat heeft een aalstreep op de rug die stopt bij de staartbasis. Daarnaast heeft de soort enkele strepen op de kop die over het gezicht loopt. De staart heeft meerdere ringen die (vaak) niet met elkaar verbonden zijn en met een zwarte brede staart. De poten van Europese wilde kat zijn vaak enkel aan het begin zwart. Hybriden hebben een mengelmoes van kenmerken van beide soorten.

Binnen de soort Huiskat worden vaak drie groepen onderscheiden: huiskatten, die verzorgd worden door een baasje; schuurkatten of boerenkatten, die gevoerd worden maar niet als gezelschapsdier worden gezien, maar als ongediertebestrijder en meestal schuw is. Verwilderde katten zijn katten die niet gesocialiseerd zijn op mensen en ook zonder hulp van mensen leeft.  In de volksmond worden verwilderde katten ook wel “wilde katten” genoemd, omdat ze vaak “wild gedrag” vertonen en “in het wild” lopen.   Dat zorgt voor verwarring!

Net als veel andere wilde Carnivora werden Wilde katten in de afgelopen eeuwen sterk vervolgd. Door deze vervolging, én habitatvernietiging is de populatie Europese wilde kat sterk achteruit gegaan. Door de huidige bescherming van de Wilde kat en inzet om habitats te herstellen, komt de soort vanuit refugia momenteel weer terug in Nederland (Meertens et al., 2025). Huiskatten en Wilde katten kunnen ondank dat het verschillende soorten zijn met elkaar paren en vruchtbare nakomelingen krijgen (net als bijvoorbeeld Wolf en Hond). Zeker in gebieden met grotere dichtheden Huiskatten en een lage dichtheid Wilde katten, blijkt de kans aanwezig te zijn dat vooral vrouwtjes Wilde kat paren met loslopende Huiskatten (Lemmers et al., 2025), waardoor hybriden in verschillende gradaties voor kunnen komen.

Literatuur

Lammertsma, D.R., R. Janssen, J. van der Hout & H.A.H. Jansman, 2011. Huiskatten in natuurgebieden. Kan TNR hybridisatie met de Wilde kat voorkomen? Alterra-rapport 2263. Alterra Wageningen, Wageningen.

Lemmers, P., J.J.F. Verhees, R. Janssen & J. Dekker, 2025. Hybridisatie bij de Wilde kat (Felis silvestris) in Nederland. Risico en handelingsperspectieven ter voorkoming van verdwijning van de Wilde kat. Natuurhistorisch Maandblad 114
Meertens, H., I. Nabben, , R. Janssen & J. Dekker, 2025. Terugkeer van de Wilde kat (Felis silvestris) in Limburg. Waarnemingen en verspreiding in de periode 2002–2024. Natuurhistorisch Maandblad 114

Mulder, J. & J. Helmer, 2021. Roofdiergids. Herkenning van West-Europese roofdieren en hun sporen. ARK Natuurontwikkeling, Nijmegen.

Figuur 1: Uiterlijke kenmerken van Wilde kat (Felis silvestris) en Huiskat (Felis catus) (Mulder & Helmer, 2021). Hybriden van Wilde kat en huiskat hebben kenmerken van beide soorten.


 

Studie vleermuizen Echt-Susteren en windenergie

In 2022 is het rapport afgerond van een verkennende studie naar de verspreiding en vlieggedrag van verschillende vleermuissoorten in de gemeente Echt-Susteren in verband met eventuele windenergieplannen. Het is hier te downloaden:

https://www.bionetnatuur.eu/wp-content/uploads/2023/01/Verkennende-studie-van-vleermuissoorten-in-de-gemeente-Echt-Susteren.pdf

Tips bestrijding Aziatische hoornaar in Nederland

Vanuit imkerverenigingen merken we dat er veel behoefte is naar informatie “hoe te starten” om te zorgen dat we met z’n allen de opmars en verdichting van de Aziatische hoornaar kunnen stoppen. Daarvoor het het voorkomen dat er nieuwe koninginnen uitvliegen in het najaar de enige mogelijkheid. Naast dat de Aziatische hoornaar als invasieve exoot een bedreiging is voor de imkerij, is deze soort ook een gevaar voor inheemse insecten.

Natuurlijk is het super dat er zoveel mensen mee aan de slag willen! Dit overzichtskaartje geeft aan waar in 2022 er waarnemingen zijn gedaan. Door op de hokjes te klikken, krijg je meer info over die waarnemingen daar. Door de datum aan te passen, kun je de waarnemingen van dit jaar te zien krijgen. Deze link is voor het jaar 2023.

Enkele tips voor als jullie (ook) aan de slag willen gaan:
1) Kijk met z’n allen tijdens een “imkercafé” naar de bijvoorbeeld de webinar die Daan Drukker, Rob Voesten, Theo Zeegers en René Janssen in opdracht van de Provincie Limburg (ism IVN) en later voor NBV (te zien in het NBV ledengedeelte). hebben gegeven: de handout van deze powerpointpresentatie is hier te vinden: en een document met de gestelde vragen en hun antwoorden nav bovenstaande presentatie zijn hier te vinden.
Het artikel dat we schreven voor Bijenhouden 2022(4) is hier te vinden. Een overzicht van de informatie voor Nederland is ook te vinden op de speciale pagina over Aziatische hoornaars van de NBV.
2) zorg dat in het voorjaar (eind feb/ begin maart) de rondvliegende koninginnen worden gevangen. Let op: Europese hoornaars hoeven echt niet dood! Dit gebeurd vaak in blinde paniek en is nergens voor nodig. De vallen zijn zelf te maken, zoals via deze link met ook daarbij veel meer informatie en ook deze link te vinden is. Ook (deels) zelf printen is een optie.
3) zorg dat lokaal in de media bekend is dat Aziatische hoornaars embryo nesten maken in schuurtjes en vogelhuisjes. Laat mensen die melden; deze nesten moeten bestreden worden wanneer de koningin erin zit (anders heeft het geen nut en maakt ze een nieuw nest). Dit it tot ongeveer half juni, daarna zoeken ze vaak een boom op om en groot nest te maken. Meldingen laten stroomlijnen via Waarneming.nl gaat het handigste. Daarvoor kan iedereen dit aanmeldformulier gebruiken; een foto toevoegen is werkelijk handig omdat anders validatie nauwelijks te doen is. De waarnemingen zijn hier te bekijken en te sorteren per datum en provincie:
4) bij meldingen van Aziatische hoornaars: maak de werksters van de Aziatische hoornaar niet dood, die heb je nodig het nest te vinden! Zoek dan ook het nest, dat zorgt voor het stoppen van aanvallen op bijenkasten maar nog belangrijker: geen verspreiding van de soort uit dat nest! Dit nest kan zoals gezegd in (spouwmuren en daken van) gebouwen, nestkasten en schuurtjes zijn, maar vanaf eind juni ook hoog in de boom (en masten, lantaarnpalen en aan gebouwen). Samen zoeken kan sneller gaat. Door het ophangen van wiekpotten waar dieren zijn gezien (rottend fruit, klimop, sneeuwbes, honingdauw), heb je ze sneller op een wiekpot. Een wiekpot kan Trappit (R) of een mengels van pils/witte wijn/suiker in 2:2:1 gedaan worden. De rieren vangen en ze op het lont van de wiekpot zetten kan ook. Het voordeel van een wiekpot is, dat je de wiekpotmethode kan gebruiken. Merk daarbij de dieren met een acrylstift, bijenmerkstift of bijenmerkjes en meet de tijd hoe lang het duurt voordat een dier terug is. De eerste meting zegt niets; dan is het dier vooral ook aan het poetsen geweest. Daarna is de steleregel 1 minuut is ongeveer 100 meter, maar 8.5 minuut kan ook 1.4 km zijn. Informatie over Aziatische hoornaars van het VBI met de wiekpotmethode en hopelijk ook snel de Verplaatsingsmethode (dier steeds verplaatsen, loslaten en ophalen op oude plek) goed uitgelegd. In een pilot voor de Provincies Noord-Brabant en Limburg is onder meer de inzet van zenders in 2022 getest en succesvol bevonden door Rob Voesten van NatuurlijkRob en René Janssen van Bionet Natuuronderzoek. Deze inzet heeft 28 nesten opgeleverd met zenders van 0.15gr (14 nesten) & 0.18gr (2 nesten) Nanopin van Lotek (aan te zetten met een bij te kopen activator; oogjes er zelf aanlijmen); 0.26gr (6 nesten) (oogjes zitten er al aan) en 0.32gr (4 nesten) (oogjes er zelf aanlijmen) zenders van Telemetrie-Service Dessau.
5) Voor het uitwisselen van informatie en tips uit Nederland, is de Facebookgroep Opsporing Aziatische hoornaar Nederland handig; alsook die van Vespawatchers omdat ze in Vlaanderen al veel meer nesten hebben (en dus meer overlast en daarmee ook meer ervaring met de soort.
6) Het bestrijden van nesten is niet eenvoudig. Draag altijd beschermende kleding (een hoornaarpak; een imkerpak biedt vaak onvoldoende bescherming), een bril tegen gifspuiten in de ogen en een helm (tegen prikken in je hoofd door je pak en dikkere rubberhandschoenen. Leren bijenhandschoenen zijn onvoldoende. In 2022 zijn de meesten nesten eerst afgezogen met een Milwaukee accurugzakstofzuiger, waarna we het nest afzaagden en deze in de ging om daarna ook de koningin te kunnen doden. Door de hitte sterven de Aziatische hoornaars in de accustofzuiger. Eén volle accu is nodig voor een groter nest. Zorg altijd voor een reserve binnen handbereik. Ook hebben we gebruikgemaakt van een tot 32m uitbreidbare lans van AirAdik met Diatomeeenaarde wat tevens een vorm van mechanische bestrijding is.

Wasbeeronderzoek 2018

In opdracht van de provincie Limburg heeft Bionet in 2018 een grootschalige cameravalstudie uitgevoerd om wasberen vast te stellen. Tevens zijn databases geraadpleegd en keyholders geïnterviewd. De combinatie van deze opzet gaf een goed beeld van het voorkomen van de Wasbeer; gefragmenteerd met twee hotspots. Het rapport is via deze link te downloaden.

Vleermuizen tellen voor herstellingen in groeves

Een groot aantal groeves is tegenwoordig afgekeurd voor het tellen van vleermuizen. Hierdoor kunnen vleermuizen niet meer gemonitord worden in Natura2000- gebieden die voor deze soorten zijn aangewezen. Eén van de mogelijkheden is de groeves aan te passen zodat ze weer goedgekeurd kunnen worden zodat vleermuistellers er veilig kunnen tellen en vleermuizen er veilig kunnen hangen.

Dit is de reden dat Bionet Natuuronderzoek en Batweter Advies in februari 2018 Het Houbenbergske, de Koelenbosch en de Schoorberg hebben geteld, zodat na vele jaren van geen tellingen bekend werd welke zones belangrijk zijn voor vleermuizen en daarmee aangepakt dienen te worden.

In 2018 is het niet gelukt de Koelenbosch geheel aan te passen, waardoor er in 2019 een tweede telling nodig is om de juiste werkzaamheden uit te voeren.

Nieuwe kraamkolonie ingekorven vleermuis voor Vlaanderen

Vanaf 2013 zoeken we op een laag intensieve schaal naar de kraamkolonie ingekorven in oostelijk Limburg. We hadden al jaren de indruk dat die er zou moeten zitten, maar meerdere pogingen in verschillende jaren eindigde in kleine verblijven met 1, 1, 1, 1, 2 tot 15 dieren, maar de grote groep vonden we niet.

Hetzelfde voor de omgeving Bokrijk. Ook hier meermaals kleine groepjes als satelieten van een groter verblijf, maar nooit de grote groep.

In opdracht van het ANB hebben we afgelopen maandagavond een simultaan vangstavond georganiseerd. Op vier plekken vingen we, op één was het raak. Twee dieren werden van een zender voorzien en die nacht gevolgd voor het habitatgebruik. Eén dier vloog daarbij tot 5 kilometer ver. Niet heel ver voor een ingekorven (19km als dagelijkse woon-foerageerafstand komt voor), maar toch ook niet slecht. Zij deed daarbij meerdere stallen aan en foerageerde ook in verschillende bosjes. Daan’s glazen bol voor het juiste dorp waar de kolonie zou huizen was geheel juist! De foto (58 dieren) en een tweede kleinere groep aan een andere balk maakt deze kolonie met juvenielen op (minstens) 80 dieren.

In de omgeving van Bokrijk wilde het niet lukken een ingekorven vleermuis te vangen; mogelijk/ waarschijnlijk is dit meer een “spinnenkolonie” dan een “stallenkolonie”.

Vanavond hopen we de Alken/ Wellen – Diepenbeek/ Bokrijk kolonie toch nog te gaan vinden in een “ultieme poging”. Omdat mogelijk door klimaatopwarming deze vleermuissoort in aantal flink toe neemt en misschien daardoor gemakkelijker te vinden is, heb ik extra goede hoop dat het dit jaar toch nog gaat lukken!

Inventarisatie van oudbos- gebieden in Haspengouw

In opdracht van het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zijn deze zomer door Bionet Natuuronderzoek zogenaamde “oudbos- gebieden” één nacht per gebied geïnventariseerd op vleermuizen. Oudbos zijn bossen die vanaf de eerste bekende topografische kaarten van Ferraris bebost zijn gebleven. Door de ecologie van verschillende vleermuissoorten, zijn deze bossen mogelijk het meest ecologisch interessant voor boombewonende vleermuissoorten.

Tijdens deze inventarisatie zijn 11 vleermuizensoorten waargenomen en tevens gevangen, waardoor van veel soorten voortplantingspopulaties konden worden aangetoond. De de op voortplanting wijzende ingekorven-, bos-, en Bechsteins vleermuizen kregen een miniatuurzenderstje op hun rug geplakt, wat leidde tot de vondst van verschillende nieuwe (bosvleermuis) en herbevestigde (Bechsteins) kraamkolonies. De ingekorven vleermuis werd gevolgd maar kon niet terug worden gevonden in de kolonie, ondanks intensief zoeken, ook vanuit de lucht.

Kolonie bosvleermuis_RJA0111 Twee zwermende bosvleermuizen tijdens de vondst van dit vierde kraamverblijf voor Vlaanderen in Haspengouw.

Cameraval.eu

Sinds 15 januari is Cameraval.eu online. Bionet Natuur ondersteunt deze webwinkel voornamelijk met inhoudelijke input over het gebruik van cameravallen in natuuronderzoek.
Cameraval.eu probeert met haar ervaring met veelvuldig gebruik van verschillende soorten en typen cameravallen mensen te adviseren in haar aanschaf van cameravallen. Een gelikt verkoopverhaal is het laatste wat ze probeert te geven!
De onderdelen Cameraval kiezen en Tips & Trics zijn hier de meest zichtbare voorbeelden van, maar ook door de website heen zijn de ervaringen verweven.
Bij vragen, mail of bel vooral. We geven graag advies!

Like vooral ook de Facebookpagina Cameraval.eu, zodat je automatisch op de hoogte wordt gehouden van foto’s & videobeelden, nieuwe ideeën alsook nieuwe producten die verschijnen.

Succesvolle mitigatie ingekorven vleermuisverblijf

Op 28 september verscheen in het Waalse vleermuistijdschrift Echo de Rhinos editie 88 een succesverhaal van Pierrette Nyssen, Daan Dekeukeleire en René Janssen over de succesvolle mitigatie van een verblijfplaats van de streng beschermde ingekorven vleermuis Myotis emarginatus. Dit werd gedaan door de inzet van Swaenen-boxen.
Het artikel (in het Frans) is als pdf te downloaden door op het plaatje te klikken.

Natuurbericht naar aanleiding van PlosONE artikel

Onderstaand Natuurbericht werd geschreven naar aanleiding van een publicatie in PlosONE van een onderzoek dat in 2008 gezamenlijk opgezet, uitgevoerd en uitwerkt werd door de auteurs. Bionet Natuuronderzoek. De coördinatie lag in handen van Bionet.

Zwermende vleermuizen inspecteren winterverblijven
Vleermuizen gebruiken hun winterslaapplaatsen niet alleen in de winter. Ze gaan er ook zwermen: vleermuizen uit verschillende kolonies of groepen vliegen er heen, gaan er dan druk rond fladderen en ontmoeten er dan hun paringspartners. In een recente publicatie van de hand van Jaap van Schaik , René Janssen, Thijs Bosch, Anne-Jifke Haarsma, Jasja J. A. Dekker en Bart Kranstauber wordt aangetoond dat de soortsamenstelling van de dieren die zwermen bij winterverblijven en die er winterslaap houden verband houden met elkaar. Dit betekent dat een verstoring in het ene seizoen, een groot effect kan hebben op het andere. Zowel paring als de overleving in de winter zijn van levensbelang voor het voortbestaan van de vleermuispopulaties. Hierdoor is het dus noodzakelijk dat winterverblijven ook in de paartijd beschermd gaan worden.

Een bijzonder gedrag van vleermuizen tijdens het najaar is zwermen. Al vliegend voor de opening van potentiële winterverblijf wordt er in grote aantallen door en langs elkaar gevlogen. Dit zwermen gebeurt op allerlei plekken, waaronder bij de mergelgroeven in Limburg. Lang was er discussie onder vleermuisonderzoekers welke functie dit zwermen had. Vaak werd gesuggereerd dat het zwermgedrag enkel was om te paren, want bij het zwermen gevangen dieren bleken seksueel actief te zijn en zwermen werden parende dieren waargenomen.

Recent gepubliceerd onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE toont aan dat zwermgedrag en winterslaap met elkaar verbonden zijn. Het laat daarmee zien dat er een correlatie is tussen zwermen bij en winterslaap in een winterverblijf. Dit zou kunnen betekenen dat het zwermen een rol speelt bij het ontdekken van en delen van informatie over winterverblijven en de mate waarin een winterverblijf wordt gebruikt.

Het gepubliceerde onderzoek vergelijkt de vangsten van 66 nachten onderzoek met mistnetten voor ingangen van groeven met de tellingen van winterslapende dieren van dezelfde groeves die gedaan zijn door vrijwilligers van het Meetnet Wintertellingen van de Zoogdiervereniging. Uit deze vergelijking blijkt dat de samenstelling van de soorten in de zwermfase en de overwinterende dieren overeenstemmen.

Vleermuizen kiezen dus zeer waarschijnlijk voor een zeer specifiek winterobject om de kwetsbare winterperiode door te komen op basis van bepaalde eigenschappen. Het onderzoek toont daarnaast aan dat door zwermende dieren te vangen, het mogelijk is in te schatten welke vleermuissoorten in welke samenstelling een winterverblijf gebruiken om te overwinteren.

Verschil in eigenschappen van winterverblijven blijken verschillende samenstellingen van vleermuizen aan te trekken, waarbij de diversiteit van winterverblijven van belang is voor de soortenrijkdom. Omdat zwermen en winterslaap zo sterk aan elkaar gebonden zijn, moet niet alleen de winterslaapperiode, maar ook het zwermen ongestoord kunnen gebeuren om vleermuizen te beschermen.

Het onderzoek toont daarnaast nog maar eens aan dat verschillende vleermuissoorten verschillende zwermperiodes hebben. Daarom is het van belang vanaf eind juli tot half oktober bij zwermplaatsen tussen 22:00-2:00 rust te hebben en dat deze plaats donker is. De meeste vleermuissoorten zijn namelijk lichtschuw.

Het artikel is gratis te lezen via de volgende link:
http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0130850